Bingo verhaal Klein Duimpje 90
Er was eens, zeker 87 jaar geleden een jongetje. Toen hij geboren werd, was hij maar 10 centimeter hoog. Omdat hij niet hoger was dan een duim, werd hij Klein Duimpje genoemd. Iedereen kende hem, als hij op pad ging werd hij door zeker 76 mensen herkend en kreeg hij wel 21 keer een cadeau, omdat iedereen Klein Duimpje zo bijzonder vond.
Er waren elke dag wel 58 of 57 mensen die hem aanspraken. Klein Duimpje was in een omgeving van 63 kilometer bekend. Ook zijn broers werden elke dag wel 74 keer aangesproken. Ze waren een stuk groter en niet bijzonder, dus de gesprekken gingen 42 keer over hun jongere broertje.
Hoewel Klein Duimpje zo bekend was, had zijn familie bijna geen geld. Ze stonden al 49 dagen in het rood en er waren 34 verschillende mensen die nog geld van ze wilden krijgen. Het was zwaar en hoewel Klein Duimpje pas 12 jaar oud was, zag hij wel dat het helemaal niet goed ging. Zijn ouders waren al 45 jaar lang bezig met proberen rond te komen. De kasten waren steeds leger. Ze konden nog geen 48 minuten zonder eten doorgaan.
Klein Duimpjes vader was een houthakker en hij werkte elke dag hard. Hij hakte 55 bomen om per uur. Thuis aangekomen kreeg hij 65 minuten lang een massage van zijn vrouw, omdat hij anders de dag erna niet kon werken. Soms werkte hij 73 dagen zonder weekend te nemen en daar verdiende hij dan maar 20 gulden mee. De tijden waren zwaar.
Het verbaasde Klein Duimpje dan ook niets toen zijn ouders 70 minuten lang met hem en zijn broers praatten. Ze vertelden dat ze wel 72 redenen hadden waarom er gen geld was en dat ze hier al 89 keer over na hadden gedacht, maar ze konden gewoon niet genoeg kopen om de kinderen te verzorgen. “We moeten jullie laten gaan,” zei hun vader. “Jullie moeten 46 kilometer in de bossen gaan lopen en bij minstens 5 huizen aankloppen daar. Er is vast iemand die beter voor jullie kan zorgen.”
Het deed pijn en ze moesten wel 53 minuten lang huilen. Klein Duimpje wist dat het echter beter was. Omdat het zo niet te doen was. Nadat ze 78 keer afscheid van elkaar hadden genomen gingen ze toch op stap. Klein Duimpje had 75 kiezelsteentjes meegenomen die hij stiekem op de grond gooide. Zo kon hij zelfs over 67 dagen de weg terugvinden. Ze gingen zeker 25 kilometer de bossen in, tot ze. Het was een huis midden in het bos dat zeker 30 meter hoog. Ze klopten 8 keer op de deur.
Een vrouw die zo’n 37 jaar oud was deed open. “Hallo,” zei Klein Duimpje. “We komen van ver, en we zoeken een plek om te slapen.”
De vrouw schudde haar hoofd. “Dat kan niet,” zei ze. “Mijn man is een reus en hij eet kinderen. Hij eet jullie in 1 hap op. Niet in 3, niet 2.”
Klein Duimpje schrok. “Kunnen we ons nergens verstoppen? Het wordt al donker en we kunnen niet buiten blijven.”
De vrouw keek bedenkelijk en knikte daarna. “Kom maar binnen.”
Het duurde 80 tellen voordat ze een goede verstopplaats hadden gevonden. Er lagen zeker 82 goudstukken en Klein Duimpje wist dat hij zijn ouders hiermee kon redden. Maar hij kon het natuurlijk niet stelen.
47 minuten later kwam de reus binnen. Hij snoof 19 keer en riep. “Ik ruik kinderen. Ze zitten hier en ik ga ze eten.”
Klein Duimpje en zijn broers stopten zichzelf verder weg in het holletje waar ze zaten. De reus ging 19 minuten lang zoeken. Klein Duimpjes hart sloeg 24 keer sneller dan normaal. Lang nadat de reus klaar was met zoeken bleven Klein Duimpje en zijn broers stil staan. Er gingen zeker 71 minuten voorbij. Daarna ging de reus slapen en zijn gesnurk was zeker 59 meter verderop nog te horen.
De vrouw van de reus waarschuwde de kinderen wel 17 keer. “Jullie moeten hier weg.”
Maar waar moesten ze dan heen? Ze hadden helemaal geen plek waar ze terecht konden. Klein Duimpje zei dan ook: “Er leven minstens 43 roofdieren in het bos, dat overleven we nooit.”
De vrouw schudde haar hoofd. “Hier overleven jullie het ook niet,” zei ze. Ze wees naar de grote laarzen. “Dat zijn de 7 mijlslaarzen,” zei ze. Daar kan de reus flinke afstanden mee verleggen. Vluchten kan nooit.”
Klein Duimpje geloofde het niet. Hij was zo klein dat er wel zeker 18 plekken waren waar hij zich kon verstoppen en de reus niet. “Alleen vannacht,” probeerde hij nog eens.
De vrouw stemde opnieuw in. En ze ging naast de reus slapen.
39 minuten later werd Klein Duimpje wakker. Hij hoorde hoe de vrouw aan het huilen was. Hij kroop uit zijn verstopplek en wachtte 39 tellen. “Kan ik helpen? 69 tranen zijn meer dan genoeg.”
De vrouw veegde snel haar tranen weg. “Ik ben niet gelukkig,” zei ze. “Iedere dag hoop ik wel 14 keer dat mijn man me verlaat. Hij heeft al 6 van mijn kinderen gegeten en ik ben doodsbang dat hij jullie ook eet. Hij is heel gevaarlijk. Ooit ging hij me 39 kilometer achterna toen ik wegliep. Ik zit vast hier.”
Klein Duimpje had medelijden met de vrouw. Hij dacht 33 tellen na. “Kunnen wij niets doen?”
De vrouw schudde haar hoofd. “Als hij je ziet, dan doodt hij je. Hij zal geen 6 seconden nodig hebben. En als je toch weet te vluchten gebruikt hij zijn laarzen en kan hij 33 kilometer in 15 seconden afleggen. Ontsnappen is onmogelijk.”
“We kunnen het,” zei Klein Duimpje zelfverzekerd. In het dorp waar hij woonde was hij wel 66 keer ontsnapt als hij weer eens wat van een marktkraam had gestolen. Hoewel hij iedere dag wel 88 keer werd begroet, was iedereen ook alert. Hij was bekend en berucht in bij minstens 68 politiegenten.
“Ik weet het niet.” De vrouw kwam met 29 verschillende smoezen, maar Klein Duimpje schudde zijn hoofd. “Je bent hier niet veilig en mijn broers en ik zijn ook op zoek naar een veilige plek. Laten we het samen doen. Al zijn we 52 dagen bezig of zelfs 22 weken. Er moet toch wel ergens een huis zijn waar we ons zeker 79 dagen veilig kunnen voelen?”
Zijn broers waren tevoorschijn gekomen en waren het met hem eens. Ze besloten goed na te denken. 90 minuten lang bedachten ze allerlei plannen. Daarna verzamelden ze 50 spullen bij elkaar en duurde het nog eens 44 minuten tot ze alles voor elkaar hadden gekregen. Ze hadden de broers van Klein Duimpje gemaakt van 27 verschillende voorwerpen. Het zag er levensecht uit.
De broers verstopten zich vlakbij de deur in de laars van de reus en Klein Duimpje zat op de schouder van de vrouw, verstopt achter haar lange haren. Je moest wel 62 keer kijken om hem te zien. De vrouw maakte de reus wakker. Ze moest 26 keer “Wakker worden” roepen en hem 28 keer aantikken. De reus rekte zich 32 keer uit en keek om zich heen. “Wat is er?” bulderde hij.
“Er zijn kinderen hier,” zei zijn vrouw. “Ik hoor al 85 minuten gelach.”
De reus sprong meteen op en ging op zoek. Hij keek in 83 hoekjes, bekeek 40 potten en schreeuwde 77 keer dat hij de kinderen wel zou vinden.
Toen zag hij in een andere kamer de dingen die ze hadden gemaakt. Het waren de kinderen, gemaakt van allerlei spullen. Je moest wel 32 keer kijken om de verschillen te zien. De reus bedacht zich geen moment en begon te eten. Hij kauwde 35 keer nadat hij 9 grote happen had genomen. Klein Duimpje huiverde 11 keer. Dat hadden zijn broers en hij kunnen zijn.
Wat de reus niet wist, was dat er gif over de spullen heen was gedaan. Hij zou nu eerst 61 minuten lang blijven slapen en 60 harde geluiden konden hem niet wakker maken. Daarna zou hij nog 56 minuten heel ziek zijn, en moest hij zeker 85 keer naar het toilet. Daardoor hadden Klein Duimpje, zijn broers en de vrouw genoeg ruimte om te vertrekken.
De vrouw pakte nog 4 tassen met 51 stukken kleding en daarna pakte ze nog 86 gouden muntstukken. Daarna gingen ze in de laars zitten bij de broers. Ze gingen 36 minuten lang op pad en volgden de 81 kiezelsteentjes die ze zagen, terug naar huis.
54 minuten later kwamen Klein Duimpjes ouders thuis. Ze keken verbaasd op en stelden wel 64 keer waarom ze terug waren gekomen. Het duurde 64 minuten tot ze alles hadden verteld. “Mogen we weer terugkomen?” vroeg Klein Duimpje. “En mag deze vrouw bij ons wonen? Anders moet ze nog 41 dagen zoeken naar een veilige plaats.”
“Ik weet het niet…” aarzelde Klein Duimpjes moeder.
“We hebben genoeg goud om zeker 13 tot 16 jaar te kunnen leven zonder zorgen,” vertelde Klein Duimpje.
Zijn ouders keken naar de berg goud. “Goed dan,” zei ze. “We hebben jullie gemist!”