Bingo verhaal Roodkapje
Roodkapje had een mandje gevuld met 21 dropjes, 13 sneden boterham, 25 milliliter wijn die minstens 35 jaar oud was. Haar moeder vroeg of ze naar oma wilde gaan met de spulletjes. Oma was namelijk ziek. Het was zeker 42 minuten lopen, maar bij oma kreeg ze altijd minstens 9 koekjes. Oma was al zeker 71 jaar oud en Roodkapje kwam er altijd graag.
“Pas wel op voor de wolven,” zei Roodkapjes moeder. “Ik hoorde van de jager dat er tussen de 39 en 54 in het bos lopen.”
Roodkapje knikte. Ze was niet bang voor de wolven. Ze wist dat ze op de paden moest blijven, dan was ze het veiligste. Wat kon er nou gebeuren?
Al snel liep Roodkapje in het bos. Het was mooi weer en ze telde de vogeltjes in de struikjes. 14 stuk. Ze zongen het mooiste lied. De meeste musjes die ze hier ooit zag waren er 67. Ze telde ze altijd hier. De laatste keer waren het er 41.
“Waar ga je heen?” Roodkapje had net 62 passen gezet toen ze werd aangesproken door een wolf. Behalve 7 kleine witte haren, was hij helemaal zwart.
Roodkapje liet haar angst niet zien. “Ik ga naar mijn grootmoeder,” zei ze.
“Ik ruik allerlei lekkernijen. Wel 43 geurtjes door elkaar,” zei de wolf. “Wat heb je mee? 5 kruiden?”
“Er zitten geloof ik wel kruiden in het brood voor oma,” zei Roodkapje.
“Waarom neem je geen bloemen mee voor oma?” vroeg de wolf. “19 meter die kant op is een groot bloemenveld. Er zijn meer dan 56 soorten wilde bloemen. Waarom maak je geen mooie bos voor je oma?”
Roodkapje twijfelde. Kon ze dat wel doen? Ze had haar moeder beloofd niet van het pad af te raken. Maar hoe lang zou het duren? Ze kon best 23 bloemen plukken. Oma kreeg op haar 69ste verjaardag ook bloemen, maar daarna niet meer. Toen was er een groot feest, met 57 mensen. Oma kreeg ook 3 hele grote cadeaus. Een doos met 29 zwarte kaarsen en 24 rode kaarsen. Oma stak iedere avond meerdere kaarsen aan, dat vond ze gezellig.
“Ik ga denk ik inderdaad naar het veld,” zei ze. Ze zou niet lang blijven, in 38 tellen kon ze zeker 65 of 66 bloemen plukken. Ze wist dat ze niet van het pad mocht, maar ze maakte zich geen zorgen. Wat kon er nog gebeuren?
Ruim 10 minuten later ging Roodkapje terug naar het pad. Zie! Er was niets gebeurd. 50 minuten lang huppelde Roodkapje daarna zingend door het bos. Ze zong wel 55 verschillende liedjes. 44 liedjes daarvan had ze van oma geleerd. Oma was dol op zingen. Oma zat ook al 16 jaar in een speciaal zangkoor, waar ze met 32 anderen wekelijks liedjes zong. Vroeger was het koor zo groot dat er 52 mensen in zaten, maar veel waren ondertussen gestopt. Roodkapje kwam al 8 jaar lang regelmatig kijken bij de optreden. Ze vond oma de beste zangeres in de wereld. Ooit hoopte ze net zo goed te kunnen zingen.
Oma kon trouwens nog veel meer. Ze kon meer dan 58 verschillende taarten bakken binnen 12 uur. Daar won ze ooit een bakwedstrijd mee. Er deden 51 mensen mee en oma moest wel 4 rondes door om te kunnen winnen.
Daar was oma’s huis al! Op het huisnummerbordje stond 68, maar er waren geen andere huizen in de buurt. Roodkapje klopte en liep naar binnen. Er lagen wel 34 enveloppen met kaarten op de grond. 30 ervan waren van mensen van het koor, om oma beterschap te wensen, wist Roodkapje.
Ze liep de woonkamer in. Er stond een schaal met 49 koekjes op tafel en de televisie stond op kanaal 22. Niets vreemds, maar toch voelde het anders. Misschien kwam dat door de 22 kapotte papieren op de grond. Of de 60 scherven in de keuken. Normaal was dat nooit zo.
“Oma! Ik ben er!” riep Roodkapje. Ze ging de 47 traptreden op, naar de slaapkamer van oma en lachte om de 75 kledingstukken die op de hal al lagen verspreid. Daarna klopte ze 6 keer op de deur.
“Kom maar binnen,” kraakte de stem van grootmoeder.
Roodkapje liep naar binnen. Oma lag tussen 28 kussens op het grote bed.
“Ben je in 1 keer hier gekomen, of heb je een omweg gemaakt?” vroeg oma.
Roodkapje pakte de bloemen uit haar mandje. “Ik heb deze voor u. En nog 18 andere dingen. Kijkt u maar.”
Oma pakte het mandje aan.
Roodkapje bekeek haar grootmoeder eens goed. Er was iets anders. Ze zag zeker 27 verschillen. Of misschien 26. Was het omdat oma ziek was?
“Wat heeft u een grote oren,” zei ze.
“Daardoor kan ik beter horen,” zei oma. “Ik kan alles van 33 meter afstand al horen.”
“En wat heeft u een grote neus,” zei Roodkapje nu.
“Zodat ik alles van 48 meter al kan ruiken,” zei oma.
“Wat heeft u een grote tanden!” zei Roodkapje. Het waren er zeker 64! Maar misschien minder en eerder 37. Zo goed kon ze het niet zien.
“Daar kan ik je mee opeten!” Oma deed de deken van zich af.
Nu pas zag Roodkapje dat het de wolf was. Ze zag 61 donkere haren die op wenkbrauwen leken en 2 boze ogen. Ze wilde wegrennen, maar de wolf was te snel. Binnen 46 seconden werd ze opgegeten.
De jager maakte iedere dag hetzelfde rondje in het bos. Maar nu er de laatste tijd zoveel wolven waren, ging hij ook al 20 dagen langs bij grootmoeder. Hij maakte zich zorgen, want hij zag dat er iets mis waren. Hij zag 36 pootafdrukken van een wolf rondom het huis. En het keukenraam was op 11 plaatsen gebarsten.
Snel rende de jager naar binnen. Binnen 15 seconden stond hij op de slaapkamer. Daar lag een wolf, op het bed te snurken. Zijn buik was zo dik, dat het leek alsof hij 73 kilo aan vlees had gegeten. En geschrokken besefte de jager dat dit ook zo was. Waar was grootmoeder?
Zonder er verder bij na te denken, pakte hij zijn mes en maakte hij een snee van 70 centimeter in de buik van de wolf. 63 seconden later sprong oma eruit. Maar zij was niet de enige, want 72 seconden later kwam ook Roodkapje uit de buik. Ze leefden allebei gelukkig nog!
“Snel, ga stenen verzamelen,” zei de jager. “We hebben er zeker 53 nodig, maar 45 of 40 is ook goed!”
Roodkapje, oma en de jager gingen meteen op zoek naar stenen. Ze moesten snel zijn, voordat de wolf wakker werd. Roodkapje verzamelde 31 stenen en de jager en oma samen 51. Snel stopten ze de stenen in de buik van de wolf. 74 seconden was de buik weer dichtgenaaid. Net op tijd, want de wolf werd wakker toen iedereen zich had verstopt.
“Die oma en Roodkapje maken me wel dorstig,” geeuwde de wolf.
Hij stond op, liep naar buiten en ging naar de put. Hij boog over de rand heen om het water te drinken en viel toen – door het gewicht van de stenen – 17 meter naar beneden.
Roodkapje en grootmoeder hadden daarna nooit meer last van vervelende wolven.