Bingoverhaal De gelaarsde kat

Er was eens een molenaar die al 58 jaar gewerkt had in zijn molen. Hoewel het 1 van de beste molenaars van het land was, verdiende hij er amper geld mee en had hij maar weinig te besteden. Soms maar 23 cent per week en als hij geluk had 32 cent. Hij had 3 zoons en toen hij te oud was om nog te werken riep hij hen bij zich.

“Ik ga met pensioen en zal spoedig overlijden. De komende 56 dagen zal ik al mijn bezittingen aan jullie overdragen. De oudste zoon kreeg de molen, en de 52 vierkante meter grond die erbij hoorde. De middelste zoon kreeg de ezel, die gemakkelijk 70 tot 75 kilo mee kon dragen en de jongste zoon kreeg een kat met 21 vlekjes in 2 verschillende kleuren.

De jongste zoon was niet blij met de kat. Zijn broers hadden met hun bezittingen minstens 24 verschillende manieren om 11 goudstukken in de week te verdienen. Hijzelf was gedoemd om arm te blijven. Met een kat was geen 30 of 40 goud te verdienen, zelfs niet in een jaar.

Wat de jongste molenaarszoon niet wist, was dat de kat heel intelligent was. Hij zei: “Zorg dat ik een cape, laarzen en een zak krijg en ik zorg ervoor dat je minstens 15 jaar vooruit kunt met je bezittingen. Ik wil de spullen over 65 minuten krijgen.”
De molenaarszoon geloofde het niet helemaal, maar deed toch wat er werd gevraagd. De kat deed de cape om en vertrok 26 minuten later.

Hij ging op zoek naar een konijn en 31 minuten later had hij een konijn gevonden. Hij had ook nog 19 andere kleine beesten gevangen, zoals patrijzen en eenden. Met zijn buit ging hij naar het kasteel, wat zo’n 74 minuten lopen was. Dar aangekomen ging hij in de zaal staan waar 63 andere mensen stonden. De koning werd alleen al bewaakt door 55 beveiligers.

De kat zei: “Ik kom u dit brengen namens de Markies van Carabas.” Die naam had hij de Molenaarszoon gegeven. Hij had nog 8 andere namen bedacht, maar dit was toch echt de beste. “Ik zal de komende 29 dagen nog meer cadeaus brengen namens de markies.”

De koning was onder de indruk en de dagen die volgden werden er nog zeker 34 dieren gebracht. De koning wilde de Markies van Carabas wel ontmoeten en stelde voor om met de koets erheen te rijden. Die tocht zou zeker 59 minuten duren, langs een rivier van 47 kilometer lang. Elke 5 kilometer lag er wel een dorpje en de Gelaarsde kat had aan minstens 20 dorpsbewoners per dorp gevraagd of ze wilden zeggen dat dit het land van de Markies was. Dat wilden ze wel.

En dus kreeg de koning tijdens de rit minstens 60 keer te horen dat dit het gebied was van de Markies van Carabas. De koning viel van de ene verbazing in de andere. Hij vroeg zich wel 54 keer hardop af wie die Markies toch moest zijn, als hij zo’n groot gebied had. Wat moest het zijn? Toch wel meer dan 45 hectare. Misschien wel 51!

De gelaarsde kat zelf reed mee in de koets en vertelde onderweg minstens 36 geweldige verhalen over de Markies. “Hij is heel intelligent en kan wel 53 vraagstukken oplossen. Ook kan hij 14 reuzen met gemak verslaan. Of de boze tovenaar in het kasteel 41 kilometer hier vandaan.”
“Dat is onmogelijk,” sprak de koning. “73 mannen hebben dat reeds geprobeerd.”

De kat dacht razendsnel na en zei dat het wel geregeld kon worden. Toen ze bij de molenaarszoon aankwamen zei de koning: “Als het je lukt, dan mag je over 46 dagen met mijn dochter trouwen.”
De molenaarszoon vond de prinses erg aantrekkelijk, maar hij had geen idee hoe hij het moest doen. “Hoe pak ik dit aan?” vroeg hij wel 10 keer nadat de koning weg was. “Ik kan die tovenaar niet verslaan! Hij doodt, me dan nog eens 16 keer.”
“Ik regel het,” beloofde de kat en hij ging binnen 4 minuten naar het kasteel van de tovenaar.

Bij de tovenaar aangekomen, zei de gelaarsde kat: “Ik kom hier om de tovenaar binnen 42 seconden te verslaan.”
De deur ging open en de tovenaar zat op een grote troon in de zaal. Hij lachte 33 seconden zo hard, dat het 62 meter verderop ook te horen was. “Hoe wil je dat dan doen? 69 mannen kunnen mij tegelijk nog niet eens verslaan, laat staan dat een enkele kat dat kan.”

“Ben je zo machtig dan?” vroeg de kat. “Wat kun je allemaal toveren dan? Kun je 38 kilo was laten doen automatisch? En kun je jezelf in een dier veranderen?”
De tovenaar lachte opnieuw. “Dat kan ik allemaal en nog 25 andere dingen.” In 6 tellen tijd veranderde hij in een wolf. De kat schrok. Dit was niet de bedoeling. Hij dacht 17 tellen na en zei toen: “Een wolf heeft hetzelfde formaat als jij. Kun je niet in een klein dier veranderen? Er zijn minstens 57 diersoorten die je echt niet kunt toveren, dat weet ik zeker. Ik durf er mijn 9 levens om te verwedden.”

De tovenaar veranderde vervolgens in 64 verschillende kleine dieren. Daarna werd hij een muis die 60 seconden door de kamer rende. “Zie je wel, ik kan alles.”
De gelaarsde kat pakte de muis op. “Inderdaad. 61 prachtige trucjes. Ik ken ook een leuke truc.”
“Wat dan?”
“het kost maar 39 seconden. Wil je het zien?”
“Graag!”
De kat stopte de muis in z’n mond en kauwde 37 keer. “Zo, dat was de lekkerste muis van de afgelopen 61 muizen die ik heb gehad.”

43 minuten later was de kat terug bij de koning. “De Markies van Carabas heeft de tovenaar verslagen in 49 tellen,” zei hij. “Hij zou het waarderen als uw dochter met hem wilde trouwen.”
“Dat wil ik,” zei de prinses binnen 27 tellen. Ze zat erbij en keek verheugd. Ze had de afgelopen 13 jaar nog nooit zoiets bijzonders meegemaakt.

67 dagen later was de bruiloft. Ze hadden belangrijke mensen uit 68 landen uitgenodigd om te komen en de zaal stond vol. De taart had wel 71 laagjes en de molenaarszoon danste 22 nummers lang met zijn nieuwe vrouw. Opeens hoefde hij zich geen zorgen meer te maken De komend 48 jaar zat hij er goed voor. Misschien nog wel langer. De broers van de molenaarszoon waren ook op de bruiloft en ze keken hoofdschuddend toe. “Ik krijg echt niet zoiets voor elkaar, zelfs al probeer ik het 72 keer,” zei de oudste broer.
“Mijn ezel kan dit niet eens in 12 jaar voor elkaar krijgen,” zei de middelste.
De molenaarszoon was gelukkig.

En de gelaarsde kat? Die had 35 uur later al zijn cape en laarzen uitgedaan. Vanaf nu gedroeg hij zich als normale huiskat en ving hij dagelijks 18 muizen die hij in 7 happen verslond. Daardoor dacht hij toch weer een beetje aan de gemene tovenaar.