Bingo verhaal Halloween
In het bos zaten 59 vampiers, 42 weerwolven en 35 heksen. Als je goed zocht, kon je zelfs 6 zombies vinden. Soms was het vermoeden er dat deze zombies er spoedig meer werden en er binnenkort toch zeker 36 zombies in het bos liepen.
Het bos stond bekend om de grote hoeveelheid monsters die er rondliepen. Er waren doodenge wezens met 64 tanden en 13 ogen, die je in één oogopslag konden oppeuzelen. Niemand was veilig in het bos.
En toch was er een klas met 34 kinderen die toch het bos inliepen. Ze hadden 45 minuten geleden de bus moeten stoppen, omdat er pech was. De chauffeur was 29 jaar en hij was door een plank met 60 spijkers erin gereden. Omdat de wegenwacht pas over 58 minuten zou komen, nam de juf de kinderen mee het bos in.
Ze wisten niet hoe gevaarlijk het er was. Ze hadden geen idee dat er vlakbij al 57 verschillende monsters waren die maar wat graag de kinderen wilden eten. De vampiers konden het bloed al op 21 kilometer afstand ruiken. Het enige dat ze hoefden te doen was hun twee slagtanden in de nek van een kind zetten voor een lekker maaltje.
Een bijzonder kind in de klas was Jonathan. Hij zat pas 56 dagen op deze school. Hij moest meteen al 73 dagen schoolwerk inhalen en dat lukte zonder problemen. Jonathan woonde in een gezin met 11 broers en zussen. Hij was de jongste. Jonathan was altijd stil, en hield zich veel op de achtergrond.
Ook nu liep hij achteraan de groep en hij telde langzaam terug. Toen hij bij 30 was, zag hij groene ogen oplichten. Toen hij bij 19 was, hoorde hij geritsel in de struik. En toen wist hij dat ze hier niet veilig waren. “Ik durf er 33 euro om te verwedden dat we hier niet levend vandaan komen.”
“Wat een onzin,” zei Kevin. “Je krijgt 48 euro als je gelijk hebt.”
Jonathan keek om zich heen en telde de oplichtende ogen. 62 stuks. Dit waren geen eekhoorns of vogels. Dit was iets gevaarlijkers.
“Juf, kunnen we terug naar de bus?” vroeg hij. “Ik ben mijn 12 snoepjes vergeten. 10 ervan wilde ik uitdelen.”
“Nee, je zult moeten wachten,” zei je juf. “We gaan over 7 minuten wel weer terug.”
Dat klonk bijna als een uur. Alsof ze 54 minuten door moesten lopen. Toen hoorde hij opeens een gemene lach. De lach duurde zeker 18 seconden. “Zie je wel!” riep hij.
“Dat is niets ernstigs,” zei de juf. “Iemand maakte vast een grapje.”
Jonathan telde 54 seconden en zei toen: “Het is hier gevaarlijk.”
Op dat moment kwam er een eng monster de struiken uit. Hij had 8 ogen die allemaal een andere kant op keken en minstens 50 scherpe tanden. Er kwam vies slijm uit zijn neus en hij had 37 verschillende poten.
In de eerste 66 seconden gebeurde er helemaal niets, maar voordat ze bij seconde 69 waren, gilde iedereen. Alle kinderen renden door elkaar. 9 kinderen werden meteen gegrepen en opgegeten. Jonathan verstopte zich achter een boom en zag dat er nog 1 monster bij was gekomen.
Deze was zeker 44 meter hoog en Jonathan snapte niet hoe ze hem niet eerder hadden kunnen zien. Hij zat vol met pukkels. Jonathan telde er al 68 in zijn gezicht. 3 kinderen werden platgetrapt door dit monster.
Jonathan dacht pijlsnel na. Hij moest de kinderen die er waren zien te redden! Daarom verzamelde hij 26 stenen die om hem heen lagen. De eerste 23 gooide hij tegen het grote monster. Die brulde en daardoor kwamen er nog eens 74 monsters bij. Vampiers, heksen, en spoken. Jonathan wist dat hij niet langer meer veilig was. Hij moest iets doen, voordat het te laat was. Hoeveel tijd had hij? 17 seconden? 53? Hij kon niet te lang nadenken. Hij had alweer 32 seconden verspild.
4 kinderen werden gegrepen door de vampiers en werden voor dood achtergelaten op de grond. Eén van de meisje gilde zo hard, dat ze het 15 meter verderop nog konden horen. Maar Jonathan wist dat de buschauffeur meer dan 20 meter van ze vandaan waren. Misschien zelfs 45 meter. Hij kon hen niet redden.
Jonathan was de enige die iets kon doen. Hij moest laten zien wie hij werkelijk was. En daarom sloot hij zijn ogen, balde zijn vuisten en concentreerde zich. Hij groeide 22 meter, 28 meter, 31 meter. Zijn tanden vermenigvuldigden zich. Nu had hij 71 scherpe tanden die ieder monster konden verpulveren. Hij greep meteen 14 vampiers en at ze in één keer op. Ze smaakten niet bepaald lekker. Daarna stapte hij bovenop 72 verschillende monsters.
Er waren nu nog tussen de 49 en 75 monsters over. Jonathan liep brullend door het bos en at nog eens 46 monsters. Hij gooide 70 bomen om en hoopte maar dat niemand het zou opvallen. 55 vogels vlogen weg van schrik.
Jonathan pakte 5 klasgenoten op van de grond, zodat hij ze kon redden. Hij hield ze stevig in één van zijn klauwen en brulde zo hard dat 25 monsters wegvlogen. Eén van de reuzen kwam kwaad op hem af en er ontstond een gesprek van 65 seconden. Jonathan krabde de reus 38 keer en beet hem 16 keer in zijn been. Daarna viel de reus kreunend op de grond.
Jonathan keek kwaad om zich heen. Hij sloeg nog eens 26 monsters weg en riep daarna. “Ik ben het gevaarlijkste monster dat er bestaat! Ik ben 67 keer gevaarlijker dan het engste monster in dit bos.” Hij keek naar de paar monsters die er nog waren. “Ik versla jullie nog 40 keer als het moet. Ik kan nog 51 andere monsters eten en het is geen moeite om 24 vampiers te doden.”
“Maar…” zei één van de monsters. Nog nooit eerder was een monster in het bos zo bang geweest. En dat terwijl er best vaker vreemde monsters kwamen die hier niet hoorden. Toch wel tussen de 43 en 63 keren en nog nooit hadden ze de strijd verloren.
“Laat dit een waarschuwing zijn,” zei Jonathan. Langzaam ging hij weer terug naar zijn menselijke gedaante. 61 seconden later was hij weer de Jonathan die iedereen kende.
“Je hebt ons leven gered!” riep Kevin. “Hier heb je 39 euro. Nee, maak er 47 van. Meer heb ik niet bij me.”
Op die dag werd Jonathan in één klap de populairste jongen op school.