Bingoverhaal Klaas Vaak
Er was eens een mannetje die ervoor zorgde dat kinderen binnen 15 minuten in slaap vielen nadat hij 24 korrels slaapzand in hun ogen deed. Hij deed dat bij kinderen in zeker 20 verschillende landen en daar kon hij heel druk me zijn. Zijn naam was Klaas Vaak.
Klaas Vaak besloot op een gegeven moment 21 nachten achter elkaar naar een jongen te gaan. Bij binnenkomst zag hij meteen op het bureau een rapport liggen en schoolwerk met zeker 37 rode strepen. Zijn hoogste cijfer was een 3 en Klaas Vaak schudde 43 keer zijn hoofd. Daarna ging hij naar de jongen toe. Hier had hij maar liefst 28 slaapzandkorrels voor nodig om hem te laten slapen.
Daarna zorgde hij ervoor dat de jongen een mooie droom had. Eentje waarbij hij 43 olifanten zag dansen en 28 clowns met 52 ballen aan het gooien waren naar elkaar. Klaas Vaak zorgde er ook voor dat het rapport van de jongen minstens 26 keer voorbij kwam, waarbij alle cijfers 58 keer veranderden in een 6. Hiermee wilde Klaas Vaak laten zien dat de jongen 75 keer beter zijn best moest doen op school.
Daarna was er weer een nacht waar Klaas Vaak Langskwam. Hij gooide 67 tot 71 slaapzandkorrels in de ogen van de jongen en zorgde er opnieuw voor dat de jongen goed kon dromen. Hij creëerde een droom waarin hij 74 meter omhoog vloog en daar zeker 36 kilometer verder kon kijken. De wereld zag er prachtig uit en Klaas Vaak haalde 63 trucjes uit de kast om ervoor te zorgen dat de jongen een geweldige droom had. Klaas Vaak deed dit soort dingen zeker 11 keer per nacht, omdat hij echt iets duidelijk wilde maken. Hij zorgde ervoor dat deze droom in de top 17 van beste dromen kwam te staan.
Klaas Vaak kwam een dag later. Nu dacht hij dat 45 zandkorrels voldoende waren om de jongen binnen 64 tellen naar dromenland te krijgen. Het was nacht 4 en deze nacht zou nog mooier zijn dan andere. De jongen ging met 41 vrienden op pad in zijn droom en Klaas Vaak liet de hele groep de 32 mooiste plekjes ter wereld zien. Ze gingen naar een tempel die 69 meter boven de grond hing en waar 19 monniken rondliepen. Ook gingen ze naar een natuurgebied met 44 reuzebomen en 1 kleine miniboom. Ze bleven er zeker 12 minuten. Ook gingen ze nog naar het strand, waar 62 dolfijnen in de zee zwommen. Ze sprongen om de beurt 56 keer uit het water en het zag er prachtig uit.
Klaas Vaak wist dat hij zichzelf had overtroffen met deze droom. Hij had al zeker 33 dromen gehad de in de buurt kwamen in de afgelopen 73 dagen, maar deze droom was de beste van allemaal.
Nacht 5 ging Klaas Vaak opnieuw naar de jongen. Hij deed 48 korrels slaapzand in de ogen van het kind en nam hem opnieuw mee naar een geweldig eiland waar 16 grote schildpadden rondliepen en waar een feestje werd gehouden met zeker 59 soorten vuurwerk. Er was ook een groot buffet met 22 vleesgerechten en 39 andere soorten gerechten. Er waren ook 29 verschillende soorten toetjes waar uitgekozen kon worden. De jongen at net zo veel, tot hij in zijn droom 49 kilo zwaarder was, maar hij vond het niet erg. “Dit is het beste wat me is overkomen,” riep hij zeker 18 keer.
De nacht erna sloeg Klaas Vaak over, maar nacht 7 had hij grootste plannen met deze jongen. Dit was de nacht waar het moest gebeuren. Hij gebruikte 35 slaapkorrels en besloot er nog wat meer te doen, zodat het er 42 waren. Binnen 50 seconden sliep de jongen al. Nu ging het gebeuren. Klaas Vaak wreef 31 keer in zijn handen en nam hem toen mee naar dromenland.
Klaas Vaak liet zichzelf zien in deze droom en zei: “Over 47 seconden kun je kennismaken met mijn broer. Ik heb er 9 maar dit is de bekendste.”
“Ik ben benieuwd,” zei de jongen.
Daar kwam de broer aan, met 66 grote stappen. Hij had een grote kap op en 2 rode ogen staarden naar de jongen. “Ik ben de dood,” zei hij. “Ik neem elke dag 55 kinderen mee en zij komen nooit meer terug.”
De jongen slikte 23 keer. “Ik wil helemaal niet meegenomen worden.” De droom was in 54 tellen veranderd in een nachtmerrie. Dat was de bedoeling. Klaas Vaak hoopte dat de jongen nu minstens 25 keer flink zou schrikken.
“We gaan nu naar 53 huizen en daar de kinderen meenemen,” zei de Dood. “46 kinderen blijven hier sowieso, de rest gaat mee.”
“Hoe kies je of een kind mee moet of niet?”
Daar was de vraag waar Klaas Vaak op hoopte. Hij dacht dat de vraag pas 34 minuten later gesteld zou worden. Zo ging het de 30 keer hiervoor tenminste wel.
“Kinderen met cijfers tussen de 8 en 10 mogen thuis blijven,” zei de Dood. “Kinderen met slechtere cijfers gaan met me mee. Zeker als ze alleen maar onvoldoendes hebben.”
“Wat?” riep de jongen. “Dat is toch helemaal niet eerlijk? Zo gaan er zeker 14 onschuldige kinderen dood. Of misschien zelfs 57.”
“Tja,” zei de Dood. “Dan hadden ze beter op moeten letten op school. Elke 51 dagen ga ik opnieuw op pad.” Hij keek naar de jongen. “En de volgende keer kom ik bij jou langs. Zijn je cijfers goed genoeg?”
De jongen wachtte 60 tellen met antwoorden. “Nog niet, maar ik ga mijn best doen,” zei hij. “Ik ga 38 keer zo hard werken als normaal zodat mijn cijfers stijgen.”
“Goed zo,” zei Klaas Vaak. “Hou je eraan, want mijn broer twijfelt geen 72 keer, hij doet het gewoon.”
Hij liet de jongen weer wakker worden. 61 zweetdruppels liepen over zijn rug, zo eng was de droom.
Klaas Vaak kwam 27 dagen later om te zien hoe het ging. De jongen had 65 stapels papieren liggen vol huiswerk en zijn cijfers waren veel beter. Hij zou over 40 dagen een veel beter rapport krijgen en Klaas Vaak was tevreden. Dit was precies zijn bedoeling. Op naar het volgende kind dat zijn hulp nodig had!